Cor Bronk

Functie: Trainer baanatletiek bij Spurt '88 en ACO VanElderen. 
Doelgroep: Pupillen en junioren bij Spurt ’88 en de selectie MILA/Sprint bij ACO.
De training: Baannummers
De disciplines voor de baannummers zijn: werp-, spring- en loopnummers.
Trainingstijden bij Spurt: donderdag van 17.00 tot 18.00 en van 18.00 tot 19.00 uur (Atletiekbaan Hardenberg).

De "baanatleten" trainen gemiddeld twee keer per week op de baan. Daarnaast krijgen MiLa-atleten (middel lange afstand) een individueel schema voor een 3e en 4e training. Dit is afhankelijk van de leeftijd. 

Wat houdt een baantraining in:

  • Uiteraard een warming-up en een cooling down
  • Uitgebreide loopscholing voor efficiënt lopen, spring- en werpvormen en (psycho)-motorische bewegingsvormen.
  • Herhalende oefenstof
  • Nieuwe oefenstof

Er wordt in 2 x 3 periodes per atletiekjaar getraind. Een atletiekjaar bestaat uit een indoorseizoen: november t/m maart en outdoorseizoen: april t/m oktober. 

 In elk indoor- of outdoorseizoen wordt geperiodiseerd (3 periodes):

  • 1e voorbereidingsperiode: basis leggen voor de verschillende aspecten, zoals kracht, snelheid, coördinatie, uithoudingsvermogen en lenigheid ( psycho-motorische eigenschappen).
  • 2e voorbereidingsperiode: aanscherpen van algemene kracht, snelkracht en explosieve kracht.
  • 3e wedstrijdperiode: verbeteren van het uithoudingsvermogen en het stabiliseren van snelheid, werp- en springkracht. In deze periode wordt heel specifiek getraind op psychisch - en mentaal aspect, toename van weerstandsvermogen, concentratie en het tactisch aspect van de wedstrijd.

De scholing van basisbewegingen is heel belangrijk en vormt een groot deel van de training. Het doel hiervan is:

  • Economisch bewegen ( krachtverdeling )
  • Voorkomen van blessures
  • Zo laag mogelijk energieverbruik ( op het juiste moment)
  • Verbetering van bewegingstechniek

In het algemeen is het trainingsprincipe gebaseerd op overcompensatie (herstel en adaptie). Het lichaam past zich aan aan de komende belasting. Natuurlijk is het zo dat er rekening wordt gehouden met de leeftijd (vooral biologische leeftijd, groeispurt) van de jongste junioren. Met name op duurbelasting en het toedienen van hoge trainingsprikkels. 

Persoonlijke gegevens