Er liep eens een Spurter ... Henk Meppelink

In Er liep eens een Spurter…. komen oud Spurt’88 leden aan het woord. In deze terugblik neemt Henk Meppelink U mee in zijn Spurt herinneringen én in de wereld van de lange afstanden.

Er liep eens een Spurter…. is een serie terugblikken over én met personen die ooit Spurt lid waren. Bij Atletiekvereniging Spurt’88 (opgericht in 1988 zoals U weet) wordt dus al ruim 33 jaar hardgelopen in en om Hardenberg. MAAR… Hoe ontstond de AV Spurt’88 nou? Wie waren de atleten van het eerste uur? Waar liepen ze? Met wie liepen ze? Hoe ging het hardlopen in de beginjaren bij Spurt’88? Maar bovenal; waar zijn ze gebleven die Spurters van weleer? Welke herinneringen hebben ze nog aan de jaren dat ze bij Spurt hardliepen? Doen ze vandaag de dag überhaupt nog aan hardlopen? Om daar een antwoord op te krijgen ging de auteur op zoek naar voormalige atleten die ooit eens bij Spurt liepen. En hij vond ze, deze Spurters van weleer. Aan de hand van zorgvuldig bewaard gebleven foto’s, krantenknipsels, medailles en eventueel gewonnen bekers worden er oude herinneringen opgehaald en nemen zij U mee naar vervlogen tijden.

In deze terugblik van: Er liep eens een Spurter…. komt Henk Meppelink aan het woord. Om met Henk een afspraak te plannen voor een avondje terugblikken was nog wel ff een uitdaging. Maar het is gelukt. Eerst een lekker bakkie koffie en dan begint Henk te vertellen.

De serie terugblikken van: Er liep eens een Spurter…. begint altijd met de vraag:

”Eens een Spurter altijd een Spurter” ik bedoel: loop je nog?
Ja, ik loop nog steeds. En óók nog wel best veel, eigenlijk. Maar niet meer op wedstrijd niveau, niet meer prestatie gericht, dit heeft plaatsgemaakt voor beleving. Ik loop heel veel trails, en dan vooral de wat langere afstanden. Langere afstanden zeg jij, waar hebben wij het dan over? Nou, euhm... eind Maart ben ik bijvoorbeeld een paar dagen naar Texel geweest en heb er De Zestig van Texel gelopen. [De Zestig van Texel is een tweejaarlijkse loop die zondag 27 Maart 2022 weer georganiseerd werd] Dit is een rondje Texel zeg maar, 60 kilometer om het eiland heen, door de duinen en over het strand. Prachtig mooi. Dan maak je nog best wat kilometers, toch? Ach, ja. Ook begeleid ik nog wel eens atleten die trainen voor een Marathon, en dan lopen we samen de lange duurlopen. Dan loop ik een paar keer 30 kilometer, een keertje de 45 aantikken, nou en dat moet voldoende zijn om Texel uit te lopen hoor. Ach, de ene keer gaat het makkelijker dan de andere keer, maar die laatste 15 kilometer lukt dan ook wel. Duurloop vermogen heb ik wel. Het hardlopen heeft mij zoveel mooie herinneringen en waardevolle contacten opgeleverd, dat euh… (resoluut) nee, ik ben nog lang niet klaar met het hardlopen. Het levert mij nog steeds zoveel moois op, dat wil ik allemaal meepakken.

1_henk_tijdens_de_60_van_texel_1.jpg
Henk tijdens de 60 van Texel

Maar je loopt niet meer bij Spurt?
Nee, niet meer bij Spurt.

Hoe begon dat hardlopen bij jou?
Hoe begon het hardlopen? (lachend) ha, ha, ha, dat is wel een mooi verhaal… Nou; ik zat vroeger bij de voetbal (vv Mariënberg) en euhm…, ik speelde hoofdzakelijk in het tweede elftal, en áls ik dan eens een keertje met het eerste mee mocht dan zat ik meestal op de bank. Maar euhm…, in het tweede dus, want voetbal technisch was ik nou niet bepaald denderend maar qua conditie zat het wel goed, daar mankeerde het niet aan. En dat het bij mij conditioneel wel goed zat, dat had de trainer al snel door, waardoor hij mij op het middenveld zette. Ik had één opdracht: als “wij” in de aanval waren dan moest ik mee naar voren, én bij balverlies zo snel mogelijk terug rennen om mee te verdedigen. En euh… bij Mariënberg trainden we één keer in de week en dat was altijd op de donderdagavond. De afspraak was: trainde je donderdagavond niet dan stond je zaterdag niet opgesteld. Simpel. Ik werkte toentertijd in een groentezaak in Hardenberg en op donderdagavond was het koopavond. Ik moest de even weken op de donderdagavond werken, kon dus niet trainen, en de oneven weken was ik op donderdagavond vrij, dus kon ik trainen. Máár…; als ik dan op een donderdagavond vrij was dan moest ik zaterdag werken…, dan trainde ik dus wel maar kon ik zaterdags niet voetballen. Dus; omdat ik op donderdagavond niet veel trainde én op zaterdag niet veel aan voetballen toekwam, kwam ik in het derde elftal te spelen. In het derde kon je de training nog wel eens overslaan maar was de kantine daarentegen wel weer zó ontzettend belangrijk…, dat euh…, nee, dat was mij de eer te na, daar was ik dan weer te fanatiek voor, voor het derde elftal zeg maar. Dus daar ben ik toen mee gestopt. Toen ben ik wat meer gaan hardlopen, en dat lag mij wel, dat ging mij wel goed af. Ik volgde de Marathons op de tv toen al hoor. Als er een Marathon op de tv was dan keek ik daarna, en dat vond ik zó knap, zó knap hoe iemand twee-en-veer-tig kilometer zijn beperkte energie hardlopend kon verdelen. Dat vond ik indrukwekkend, 42 kilometer. Ik liep toen wel eens een 10 kilometer ofzo in Beerze door de zandbulten, maar 42 kilometer…. Ja, zo is het hardlopen voor mij eigenlijk een beetje begonnen, daar in Beerze. (nadenkend) Ennn…, ja, nou, en dan krijg je verkering, ik trouwde, we kregen kinderen, het werk is belangrijk, ennnn…, euhhhhm…, in die periode stond het hardlopen zeg maar op een laag pitje, maar zo rond mijn dertigste, we woonden toen in Baalder, pakte ik het hardlopen weer serieus op.

En wanneer kwam Spurt in beeld?
Dat was in 1992. Hoe kwam jij dan bij Spurt? Nou, dat kwam zo: ik ging mijn eerste Marathon lopen en hier ging ik met een georganiseerde busreis naartoe. De opstapplaats was Dedemsvaart en in de bus zat ook een zekere: René Marrissen. Ja, nou; ach…, dan kom je met elkaar aan de praat enzo, en hij vertelde dat hij hardliep bij Spurt en hij vroeg mij of ik ook eens bij Spurt wou trainen. Ja, door hem ben ik toen ook bij Spurt gaan lopen. Ik dacht dat het zo gegaan was.

Tot wanneer was jij Spurt lid?
Oei…, ik denk tot 2004 ongeveer.

Nam jij deel aan hardloop wedstrijden in jou Spurt tijd?
Ja…, ja…, ja dat heb ik wel veel gedaan in mijn Spurt tijd. Zo om de andere week liep ik wel een wedstrijdje. Toen best wel prestatie gericht en ging daarom wel selectief te werk. Ik keek of er nog meer Spurters naar toe gingen en dan ging ik ook mee, we gingen er dan samen naar toe zeg maar. Aha, en bij wie liep jij dan zoal in een wedstrijd? Bij wie liep jij in de buurt? Nou, euhm: Bert de Lange, Albert Oldehinkel, Roelf Hutten en Henk Oldehinkel ook. Ja, nou ik moest dan wel flink aanpoten hoor om er een beetje bij te blijven. Vooral Roelf, dat was een taaie loper hoor. Die kon heel goed z’n geduld bewaren in een wedstrijd, om dan op het laatst nog te gaan versnellen.

Wat was jou eerste wedstrijd, en wat weet je er nog van?
(Henk moet lang nadenken) Pfff…, wanneer was mijn eerste wedstrijd? Dat was bij een cross loopje, dat was in ’t Laarbos in Ommen, daar waar Landgoed Het Laer is. Ik was nog geen Spurt lid. Hoe ik er zo bij kwam om daar te gaan lopen weet ik niet meer, maar daar liep ik mijn eerste wedstrijd. Het ging mij trouwens niet eens zo heel slecht af en dat motiveerde mij om vaker aan een wedstrijd deel te nemen, en ik vond de sfeer onderling wel prettig.

Ooit op het podium gestaan?
Ahhh, jawel…, ik heb wel eens op het podium gestaan, (lachend) maar dat was meestal “bij gebrek aan beter” zeg ik altijd. Het prestatiegerichte heb ik losgelaten toen ik bij een wedstrijd als 54e finisher alsnog het podium moest beklimmen omdat ik toevallig 3e veteraan (50 plusser) was geworden. Dan zijn er dus 53 lopers sneller als mij en wordt ik alsnog op het podium geroepen…. Nee…, dat vond ik niet kunnen, voelde mij bezwaard, daar hield het voor mij op.

Wat is jou mooiste herinnering aan een podium plek?
Dat was wel tijdens de Nederlandse Kampioenschappen 100 kilometer Ultraloop in Winschoten, dat was op: zaterdag 13 September 2003. Vertel eens, hoe ging dat die dag? Het ging zo: in 2001 liep ik de 100 kilometer Ultraloop in Winschoten, maar ben ik uitgestapt. Het jaar daarop, in 2002, liep ik er weer en werd ik 4e, maar toen had ik geen wedstrijdlicentie want ik liep bij de recreanten. Ennn…, om op het podium te komen moet je mee doen met de wedstrijd lopers dus moet je een wedstrijdlicentie hebben. Ik dacht: ik ben 4e geworden…, als er ook maar ééntje uitvalt én alles zit mee dan kan ik misschien wel 3e worden…,  dus heb ik voor editie 2003 een wedstrijdlicentie aangevraagd. Dus in 2003 stond ik weer aan de start van het NK 100 kilometer Ultraloop in Winschoten. Het startschot klinkt en dan is het: lopen, lopen, lopen. Doseren is bij dergelijke afstanden het toverwoord! Enfin; ik wist op een gegeven moment dat ik als 4e wedstrijdloper in de wedstrijd liep, dit wist ik zo goed als zeker! Na 70 kilometer zag ik dat de nummer 3, hij liep al een hele tijd voor mij, dat de nummer 3 bij een verzorgingspost stopte om water te drinken en wat te eten enzo. Ik dacht: en nú moet ik doorlopen, nu is het: erop en erover… niet stoppen maar doorlopen! Euh…, de wedstrijd begon s’morgens om 10:00 uur, en eindigt dus ergens in de avond. Ennn…, ik had die atleet nadat ik hem gepasseerd was niet weer gezien, dus ik dacht als 3e te zijn gefinisht maar ik was er toch niet helemaal gerust op…, want je loopt rondjes van 10 kilometer en op een gegeven moment loop je tussen achterblijvers enzo en als je even niet oplet ben je het overzicht kwijt. Dus ik finishte…, daarna douchen, wat bij-eten enzo, en ik naar huis, naar Gramsbergen. Kwam ik s’avonds laat thuis, Roelie sliep al, ik kijken bij de (voorlopige) uitslagen van de 100 kilometer Ultraloop in Winschoten. De uitslagen waren bijgewerkt tot en met de 80 kilometer doorkomst en hierin stond: Henk Meppelink 3e wedstrijdloper. Dus ik Roelie wakker maken, ik zeg: wij gaan morgenvroeg (zondagochtend) naar Winschoten om de prijsuitreiking bij te wonen. S’morgens op tijd opstaan want de prijsuitreiking was om 10:30 uur. Aangekomen in Winschoten eerste even bij het wedstrijd secretariaat langs om zeker te zijn van de uitslag, en hier kreeg ik dus officieel te horen dat ik als 3e gehuldigd zou worden! Hier ben ik best trots op. Het is wel mijn mooiste podiumplaats, zeg maar. Ik had gekscherend ooit de hoop/wens uitgesproken dat er ooit voor mij het Wilhelmus zou klinken. Dit was zo’n huldiging zoals ie hoort te zijn, ik bedoel; met het Wilhelmus. Weet je nog wie er bij jou op het podium stonden? Euh…, nee. Ik liep bij de categorie: 40+ en ik weet nog dat Veron Lust Nederlands Kampioen bij de senioren werd. Jij werd dus 3e ben je dan eerst klaar met hardlopen of hoe gaat dat? Euhm…, twee weken later liep ik de Berlijn Marathon.

Hoeveel Marthons heb jij gelopen?
(lachend) Ik heb in totaal 123 officieel geregistreerde Marathons gelopen, voor wat het waard is hè. 123! Zo, zeg! Ja, en dan tel ik mijn Ultra Marathons voor het gemak maar even voor één Marathon. Want bij een 85 kilometer Ultraloop kun je wel zeggen dat zijn twee Marathons, maar één Ultraloop heeft 1 start en 1 finish en reken ik als één Marathon. En als je mijn training’s duurlopen langer dan de Marathon afstand óók meerekent, dan kom ik zeker over de 200 Marathons. En waar liep jij die Marathons zoal? Even denken hoor, euhm:…, Wenen, Valencia, Parijs, Mallorca, en verscheidene keren in Zwolle, Texel, Terschelling, Klazienaveen, Davos, Rotterdam, Utrecht, Interlaken, Apeldoorn, Amsterdam, Steinfurt, Berlijn en lang geleden was er zelfs een Marathon in Noordseschut, Zo kan ik nog wel een poosje doorgaan….

Aan welke wedstrijd(en) bewaard jij mooie herinneringen.
Wedstrijden… Och, dat zijn er zó veel, dat zijn er zó veel. (in willekeurige volgorde) de Jungfrau Marathon in Zwitserland bijvoorbeeld, dit is een berg Marathon, en ik hoop hier in September 2022 weer aan deel te gaan nemen (Henk heeft inmiddels een startbewijs voor de Jungfrau Marathon), de: Swiss Alpine Ultra berg-Marathon in Davos, Zwitserland. Dat is een trail-run en heb ik 3X gelopen. Een 80 kilometertrail en dan loop je naar bijna  3000 meter. Dan loop je over hélè smalle bergpaadjes, stukken door de sneeuw, over rotsen en soms door stromend smeltwater, een pad is er soms niet meer en naast je is het ravijn…, dan kijk je zo de diepte in, heel mooi. Zeker geen tocht die je op een zaterdagavond aan de stamtafel besluit te lopen. Hierbij is het zaak dat je conditioneel en mentaal goed getraind moet zijn en vooral helder van geest moet zijn. (lachend) Als er een atleet mij wilde passeren dan mocht hij er wel langs maar ik bleef toch maar even tegen de bergwand staan en hij gaat maar over het smalle richeltje met de afgrond naast zich ha, ha, ha. Niet te vergeten: mijn 100e Marathon die liep ik op de combi-baan in Gramsbergen dat was ook mooi. Dit deed ik in het kader van: “Ren voor Je Leven” om geld in te zamelen voor het KWF. Euh…, verder ben ik in September 2018 hardlopend van Duits Dahlenburg, naar Gramsbergen gerend, ook voor het KWF.

5_henk_tijdens_de_ultratocht_van_dahlenburg_naar_gramsbergen_1.jpg
Henk tijdens de Ultra tocht van Dahlenburg naar Gramsbergen

5 Ultra Marathons achter elkaar. Dat was, samen met mijn begeleiders: Bernd Edelijn [verzorging en navigatie] en Bé Snijders [persoonlijke verzorging en fotografie], dit was een fantastische belevenis! Een afstand van 335 kilometer, in vijf etappes tussen de 54 tot 78 kilometer per dag. Het heeft destijds €27.502 EURO voor het KWF opgeleverd. Dan natuurlijk de NK 100 kilometer Ultraloop waar ik 6X aan deelgenomen heb. Euhmmm…, ik ben een keertje gestart voor het rondje Gemeente Hardenberg voor toenmalig Zwieseborg voor mensen met een beperking. Ik starte op de markt in Hardenberg en ben ik hardlopend via: Gramsbergen, de Krim, Slagharen, Dedemsvaart, Balkbrug, Rheezerveen, Mariënberg, Sibculo, Kloosterhaar, Bergentheim weer naar Hardenberg gelopen. Een kleine 100 kilometer. De Berenloop op Terschelling… altijd mooi. De Zestig van Texel niet te vergeten. Ja, prachtige herinneringen en waardevolle contacten!

2_henk_in_de_jungfrau_marathon_2022_1.jpg
Henk tijdens de Jungfrau Marathon van 2002

Oh, dan heb jij vast wel leuke wedstrijd anekdotes, verteler er eens één.
Nou…, komt ie: Ik heb een aantal keren de Utrecht Marathon gelopen, maar één keer vergeet ik niet meer. Spurt clubgenoot Albert Oldehinkel was er ook en Albert wou proberen om de Marathon onder de 3 uur te lopen. Volgens mij was Roelf er ook, maar dat weet ik niet helemaal zeker. Albert had het te lopen schema van 2:59:00  op zijn arm staan, dus daaraan lag het niet. Ik had trouwens al zo vaak geprobeerd om óók onder de 3 uur te finishen, maar het wou mij maar niet lukken. Maar die dag moest het gebeuren. Ik had er extra hard voor getraind, het was nu of nooit. Als ik bij Albert blijf lopen dan moet het lukken dacht ik. Wij staan dus aan de start, en naast ons staat een groepje atleten uit België, ik zei desgevraagd dat ik wegging op: 2:59:00, en ik vroeg aan hun: wat hopen jullie te gaan lopen? Ach…, zegt er eentje: 2 uur 50 ongeveer, twee weken geleden liepen wij een Marathon in 2 uur 48 dus…, moet kunnen.  Zo, zo dacht ik, die mannen kunnen dus wel wat, die moet ik ook maar een beetje in de gaten houden. Mocht ik Albert kwijt raken in het wedstrijd gedrang dan heb ik altijd nog deze Belgen achter de hand waar ik bij kan blijven om mijn tijd onder de 3 uur te lopen. Enfin; maar ik had mij voorgenomen van euh: Albert is vandaag ‘mien moat’, als ik bij Albert blijf dan loop ik onder de 3 uur. Wij starten en ná 15 kilometer liep Albert zo’n 150 meter voor mij, en kwam ik zo’n 50 meter los van het groepje atleten uit België, en ik moest kiezen: wat doe ik, loop ik naar Albert die probeert om 2:59 te gaan lopen, of laat ik mij iets afzakken en blijf ik bij de mannen achter mij, waarvan ik wist dat zij onder de 3 uur gaan finishen. Ik besloot: ik ga tóch naar Albert toe. Dus ik iets versnellen. Hoor ik achter mij één van die Belgen roepen: allez manneke, ge goat te rap, ge goat te rap hè, dit goat ge niet maken zo hé!!! Ik denk: oh, jee…,wat nu…, die mannen hebben er verstand van, die kunnen het, dus heb ik mij aflaten zakken naar het groepje Belgen. Na 30 kilometer liepen die mannen nog steeds op een schema onder de 3 uur. Maar wat deden die mannen, die gingen iets versnellen, want zij gingen naar een tijd van 2 uur 50. De Belgische atleten liepen onverstoorbaar door, en ik kon niét aanprikken, ik kon ze niet volgen hè, dus ik moest ze na een paar kilometer laten gaan. Ik kwam alleen te lopen. En dan zijn die laatste kilometers nog een ‘pokke end’ kan ik je vertellen. Dus vanaf 35 kilometer moest ik het alleen doen. Op een gegeven moment kom ik bij de finish en dan zie je de tijd klok hangen…, en ik zag de seconden wegtikken…, ik zag de seconden wegtikken…, Ik liep er: 3:01:53. En wie stond mij daar onder de finish boog op te wachten…..? Albert Oldehinkel! Hij liep er: 2:59 en een beetje. Ik dacht: potverdorie! Potverdorie! Was ik maar bij Albert gebleven….!! Was ik nou maar bij Albert gebleven dan was het mij gewoon gelukt! Die Belgen liepen allemaal dik onder de 3 uur, dat had ik achteraf toch niet gered, maar 2:59…, het had erin gezeten. En vanaf toen had ik zoiets van: die grens van 3 uur dat wordt een frustratie als het iedere keer zo blijft gaan…, wéér nét niét onder de 3 uur, ik wil het hardlopen wel leuk blijven vinden, dus vanaf toen heb ik het losgelaten. Mijn basis snelheid was gewoon niet hoog genoeg, mijn uithoudingsvermogen op een lager tempo wel, en ik heb mij toen serieus op Ultra’s gestort. (lachend) Om mijn ergste frustratie te verdringen zeg ik dan ook: mijn pr op de Marathon is: 2:61:53 klinkt toch nét even anders ha, ha.

Waar denk jij aan tijdens het hardlopen of lange duurlopen?
Ach, ja…, waar denk je aan…? Onder het hardlopen denk ik aan het leven, situaties op het werk, wordt creatief in denken, kieper overbodig ballast overboord, order mijn hoofd en kom altijd super fris weer thuis. Maar soms denk ik ook hé-lè-maal nergens aan. Heerlijk in “the flow”. Ik mag graag héél vroeg weggaan om te hardlopen, nog vóór zonsopkomst. Niemand….., helemaal alleen….., das soms zo lekker. Soms is het nog donker en loop ik van donker naar licht…, fantastisch, en dan de zon op zien komen. Altijd een magisch moment. Zonder zon…, geen leven. Heb jij geen moeite met opstaan? Nee hoor, ik zet de wekker op 5 uur, gooi direct de benen buiten bed, niet nadenken want dan ga je weer liggen, eet dan een broodje of een yoghurtje, trek de deur achter mij dicht, en ga. Soms rij ik naar Havelte, en loop ik bij de Havelterberg of in het Dwingelerveld of ik loop in het Baloërveld in de gemeente Aa en Hunze of in het Nationaal Park de Drents-Friese Wold. Maar wat denk je van ons eigen Vechtdal…, prachtig zeker zo s’morgens vroeg. Ja; en dan lekker lopen, beetje verdwalen en onder het lopen genieten van de natuur, heerlijk zwervend hardlopen zeg maar. Weg van het asfalt, maar door de natuur, over wildpaadjes en langs of door weilanden. Ik zoek het in de beleving, de natuur is zó mooi, maar dan moet je er wel opuit, en als het kan lekker vroeg. Gewoon hardlopen, snelheid is niet belangrijk. Ik stop ook onderweg om foto’s te maken en dan vervolg ik hardlopend mijn weg weer. Er is zoveel te zien onderweg! Dan ga ik willekeurig linksaf, rechtsaf, linksaf, rechtsaf, en kijk om me heen en geniet! Met mijn fototjes probeer ik mensen enthousiast te maken voor de mooie hardloopsport als beleving.

7_henk_in_alle_vroegte_genietend_van_het_lopen_1.jpg
Henk in alle vroegte, genietend van het hardlopen

Wanneer liep jij je eerste Marathon?
(nadenkend) Mijn eerste Matathon…? Dat was dus de Rotterdam Marathon in 1992. Er ging toen een bus met atleten vanuit Dedemsvaart naar Rotterdam. En ik besloot om mee te gaan. Ik was niet georganiseerd  ofzo, ik liep niet bij een loopgroep, ook niet bij Spurt, niets. Ik dacht: ik ga gewoon een Marathon lopen…, wist ik veel?? Euh, ik weet nog: één week voor de Rotterdam Marathon liep ik mijn allereerste halve marathon. Ik weet het nog goed; het was in Geesteren, en ik kwam over de finish en was hé-lè-maal kapot, hé-lè-maal naar de kloten. Maar goed, een week later liep ik dus de Rotterdam Marathon en och tjonge, tjonge: ik ben wel tien keer doodgegaan onderweg, niet normaal meer! Echt afzien toen. Weet jij jou tijd nog van deze eerste Marathon? Ja; 4 uur 12 minuten. Wat ik van deze eerste Rotterdam Marathon ook nooit meer zal vergeten: Lee Touwers stond er  “You never walk allone” te zingen, het startschot van het kanon klonk, en het begon mij daar toch té regenen!, té regenen zeg!, en het is tijdens de Marathon niet meer droog geworden. Enfin; ik kwam over de finish, helemaal kapot en verkleumd, koud, ik had nog niet eens de kracht in de vingers om mijn chip los te maken van mijn schoen zo erg was het! Maar na een poosje dacht ik wel van ehm: dit ga ik vaker doen!

Wat herinner jij je nog van de eerste 100 km (van Winschoten)?
Mijn eerste 100 kilometer van Winschoten, euh…, nou de eerste keer is alles nieuw hè. Voor mijn eerste 100 kilometer van Winschoten heb ik veel lange langzame duurlopen gelopen, ik had er best veel voor getraind. Ik zat gemiddeld op zo’n 140 tot 160 kilometer per week, maar dan wel hélè langzame duurlopen hè, hele langzame duurlopen. Een schema van hoeveel weken had jij? Pfff…, dat weet ik zo niet meer, dat weet ik echt niet meer, maar ik weet nog wel dat ik het serieus aanpakte. En toch moest ik na 70 kilometer uitstappen tijdens mijn eerste keer in Winschoten. Uitgestapt? Hoe dat zo? Dit kwam hoofdzakelijk doordat ik in mijn duurlopen te weinig trainde op duurlopen boven de 60 kilometer. Ik trainde vaak zo’n 40 tot 50 kilometer per duurloop, en een paar keer liep ik 60 kilometer. En tijdens mijn eerste 100 kilometer in Winschoten kwam ik zeg maar na 65 kilometer in een voor mij onbekende zone terecht waardoor ik na 70 kilometer moest uitstappen. Ik moest overgeven, en toen was het over en uit. Trouwens; in die periode ben ik begonnen met het héél vroeg opstaan om te gaan trainen. Ging ik s’morgens in het donker de deur uit en dan 50 kilometer hardlopen en dan was ik om een uur of tien s’morgens weer thuis. (lachend) Zo voorkwam ik dat ik gedonder in huis kreeg, omdat ik altijd weg was…, ha, ha, ha, want; gedonder in huus, dat ku-j der natuurluk nie bi-j gebruukken, hè. Ik weet nog wel dat mijn hardloopmaatje: René Marrissen, die fietste als begeleider met mij mee, en op een gegeven moment kwam de wedstrijdleider naast mij rijden met de mededeling dat “ze” gezien hadden dat er langdurig iemand naast mij fietste, en dit mocht niet, want er werden geen  fietsers op het parcours toegelaten, en als “ze” dit bij mij wéér zagen dan werd ik uit de wedstrijd gehaald én gediskwalificeerd, want ze hadden René al twee keer gewaarschuwd, dus vandaar. Zover is het trouwens niet gekomen, want na 70 kilometer moest ik noodgedwongen zelf opgeven.

En? Hoe ging het bij jou tweede keer in Winschoten?
Bij mijn volgende 100 kilometer in Winschoten ben ik extra op mijn voeding gaan letten. Want ik kwam er achter dat ik verkeerd at en verkeerd dronk. Nou; het jaar erop werd ik 4e en het jaar daarop 3e en ik ben nog een keertje als 8e gefinisht. Ik heb bij het NK Ultraloop in totaal 5X  in Winschoten aan de start gestaan en 1X in Stein, Limburg, en in deze 6 NK’s ben ik 4X gefinisht.

Hoe ziet zo’n NK 100 km Ultra wedstrijd dag eruit? 
Nou; hetzelfde zoals een atleet een Marathon dag beleeft, denk ik. Maar, euhm…, de meeste Ultra lopers zijn wel einzelgängers hoor…, ik bedoel; er zijn er niet zo heelveel die een 100 kilometer lopen, hè. En als je dan daar in Winschoten of in Stein of op Texel of waar dan ook deelneemt aan zo’n loop dan “voel” je als het ware wel dat er op een bijzondere manier naar jou gekeken wordt. Je hoort bij een bijzondere categorie lopers zeg maar, en dat zie je soms ook hoor. Vooral heel sociale mensen, maar er lopen ook best wel hele bijzondere atleten tussen hoor. Maar, hoe ziet zo’n dag eruit vraag jij, euhm…, nou; de week voor de loop let je natuurlijk heel goed op je voeding. Je hebt heel veel getraind, je bent afgetraind ook, in mijn geval 74 kilo, en dat betekent dat je op een héél dun lijntje balanceert. Je bent extra vatbaar voor een griepje, verkoudheidje, dus je bent uiterst voorzichtig de laatste week. Je past goed op jezelf, je doet geen gekke dingen meer met klussen in en om het huis enzo, en veel koolhydraten stapelen, en pasta eten, en voldoende drinken de week voor zo’n NK 100 kilometer wedstrijd. Op de dag zelf ben je natuurlijk ruim op tijd aanwezig, en dan start je. Meestal trainde ik duurlopen van zo’n 70 á 75 kilometer, dus je weet: tot 70 á 75 kilometer moet het nog lekker gaan, en dan maar hopen dat je die laatste 30 kilometer door kunt trekken en finisht. Als je gefinisht bent dan ben je wel helemaal leeg hoor, helemaal op, want je loopt jezelf gewoon langzaam leeg. Het belangrijkste is: finishen, ongeacht eindtijd. Want het is écht niet vanzelfsprekend dat je finisht. Je bent namelijk al gauw een uur of 10 onderweg, dus er kan van alles gebeuren: buikkramp, spierpijn, kramp, overgeven, oververmoeid, ik noem maar wat, maar de insteek is wel altijd: finishen, tijd is ondergeschikt. In Winschoten bijvoorbeeld bestaat het parcours uit 10 rondjes van 10 kilometer. En ter hoogte van de start/finish hebben ze een tribune geplaatst welke vol zit met publiek om de atleten aan te moedigen. Iedere ronde dat je langs start/finish komt wordt jou naam genoemd, en als er dan omgeroepen wordt dat jij voor de negende maal doorkomt en dus de laatste ronde ingaat, dan wordt jou naam met veel enthousiasme genoemd, en het publiek juicht en klapt, nou dan krijg je zo’n adrenaline stoot dat je in die laatste 10 kilometer, wat er ook gebeurt, echt niet gaat uitstappen. Maar; die rondjes in Winschoten heb ik nu wel een keertje gezien, hoor.

Heb jij, terwijl jij trainde voor Winschoten, Stein, Texel of tijdens een duurloop van 60 kilometer, of tijdens een Ultraloop nou nooit eens gedacht van: waar ben ik in hemelsnaam aan begonnen?
Ja, tuurlijk heb ik dat weleens gedacht, maar ik kon altijd wel vrij snel de knop weer omzetten. Zoals je tijdens de Marathon het na 35 kilometer moeilijk kunt krijgen, zo krijg je het tijdens een 100 kilometer wedstrijd moeilijk na zo’n 70 kilometer, dat weet je. Ik probeer het laatste deel altijd te visualiseren, zo van; nog 10 kilometer, dat is van Gramsbergen naar Baalder en weer terug naar Gramsbergen…, meer is het niet. En dan denk ik: oké, ik ben nu bij de Zwieseborg, nu bij zaal Mulder, nu weer bij de Zwieseborg, op die manier begrijp je. En bij een lange trail loop in de natuur dan focus ik mij niet op kilometers maar op de dingen om mij heen, op positieve dingen.

Op een gegeven moment liep jij steeds grotere afstanden, wie is jou voorbeeld in het Ultra lopen?
(zonder aarzeling) Cor Westhuis uit Dalfsen. [overleden: 11-01-2018] Ja, voor hem had ik heel veel respect, wat die man voor prestaties neerzette, geweldig! Hij was in 2003 de enigste Nederlander die finishte in de eerste editie van de: Trans Europe Footrace, een Ultra loop van 5100 kilometer van Lissabon naar Moskou. Elke dag zo’n 70 kilometer hardlopen, geen enkele rustdag. En dan kom je onderweg óók nog over de Pyreneeën én de Alpen. Hij finishte hierin als 8e. Zes jaar later, in 2009, stond hij op 60 jarige leeftijd aan de start in de tweede editie van deze Trans Europe Footrace. Deze 4600 kilometer lange Ultraloop ging van Bari, Italië naar de Noordkaap. In de derde etappe liep hij een botbreuk op in zijn linker scheenbeen, waardoor hij na vijf weken noodgedwongen moest opgeven. Over “lopen op karakter” gesproken! [voor de liefhebbers: Google zijn naam maar eens.] Hij was altijd zeer bescheiden, stond nooit op de voorgrond. Mooi voorbeeld: Hij stond bijvoorbeeld ooit eens aan de start van de Lichtstadloop hier in Gramsbergen. De meeste lopers verdringen zich voor een zo goed mogelijke startpositie, maar Cor niet…, je zag hem als Ultraloper denken: willen jullie een snelle tijd neerzette, nou ga maar vast, want als de loop maar lang genoeg duurt dan komen wij, Ultralopers voorbij. Wat op dat moment (bijna) niemand wist: hij was hardlopend vanuit zijn woonplaats Dalfsen naar Gramsbergen gekomen, liep er zijn wedstrijdje van 10 kilometer, en ging daarna doodleuk weer hardlopend terug naar Dalfsen, dat was Cor Westhuis. Rugzakje op, bidonnetje mee, back to basic en gewoon lekker lopen. Cor nam mij mee naar onder andere: Stein, hij nam mij mee naar Winschoten. Henkie…, zei hij altijd, Henkie: vergeet tijd, vergeet snelheid en ga op reis, dan kan een mens zoveel meer dan ie denkt, dat moet je goed onthouden Henkie... Cor…, een mooi mens was hij!

Weet je nog jou pr tijden?
Oh, jawel hoor (uit het hoofd): de 5 km in: 17:11, de 10 km in: 35:21, de 15 km in: 56:29, de 10 Engelse Mijl [16,1 km] in: 59:59, de 21,1 km in: 1:19:54, de 42,195 km in: 2:61:53!!! de 60 km in: 5:26:00 en de 100 km in: 9:49:39. Maar, weet je; een snelle eindtijd neerzetten of mijn pr verbeteren dat “wordt hum niet meer”. Snelle tijden en prestaties hebben plaats gemaakt voor plezier en beleving. Heerlijk door de bossen en dan niet van tevoren de route uitstippelen maar gewoon gaan. Durf gewoon te verdwalen onderweg…. Dat zeg ik ook weleens tegen de atleten die ik begeleid, ga linksaf, waar je altijd rechtsaf gaat, je komt heus wel weer thuis, maar geniet onderweg. Als je hardloopt beleef je altijd wat.

Hoe kijk jij terug op jou Spurt tijd?
Mooie herinneringen vooral. Waardevolle contacten heb ik er opgedaan. Ik ga geen namen noemen, maar het was een mooie tijd. Ik ben bij Spurt geen trainer geweest maar heb nog wel een poosje in het bestuur gezeten. Nu ben ik trainer bij een aantal loopgroepen in de regio. Maar noem mijzelf liever motivator of aanjager van de hardloopsport.

Volg jij het hardlopen in het algemeen nog?
Ja, absoluut, ja, ja. Ik verzorg, samen met René Marrissen, de training bij Loopgroep Gramsbergen, alwaar we twee groepen hebben. In de Krim hebben we een Loopgroep. Tot voor kort hadden we bij Heering kunststoffen in Dedemsvaart een groep waar we 12 jaar de training voor hebben verzorgd. Tevens organiseerden we met M&M run-events tot voor kort diverse laagdrempelige loopjes altijd met een recreatief karakter. Maar door de nieuwe regelgeving, waardoor we als organisatoren teveel risico liepen, voelden we ons genoodzaakt hiermee te stoppen.

En de laatste vraag om mee af te sluiten luidt altijd; en Spurt’88? Volg jij Spurt nog?
Jawel hoor. Als ik een verslagje of krantenartikel voorbij zie komen dan lees ik het wel. En ik wordt nog jaarlijks gevraagd om tijdens de halve Marathon van de Vrieling Hardenberg City-run het “haas werk” voor een eindtijd van 1:45:00 te doen. Dus straks op 21 Mei kunnen we weer. Zo zie je maar dat de contacten altijd wel blijven door het hardlopen als bindmiddel. Ja hoor, ik heb een hele mooie tijd gehad bij Spurt!

Henk; heel erg bedankt voor jou bijdrage aan deze: Er liep eens een Spurter….

Nieuws Overzicht