Column: Opgeknapt

Lees nu: de nieuwe column van Gerben de Harder.

Ik sla de voordeur net iets te hard achter me dicht. De kamerdeur vliegt open en Lieke, mijn vriendin, kijkt me verschrikt aan. ”Oh, jij bent het. Zo te horen en te zien heb je een rotdag gehad!” Ze heeft honderd procent gelijk en met een knal smijt ik mijn aktentas in de hoek. “Ik heb geen tijd gehad om te koken,” vervolgt ze als ik de kamer binnen kom. Ik kijk haar verbaasd aan. “Je hoeft niet zo vreemd op te kijken. Dat heb ik je vanmorgen nog verteld. Onze meidenclub heeft een etentje. Ik heb me al opgetut en ga. Kusje! Doei! Er staat een maaltijdsalade kip voor je op het aanrecht.” En weg is ze. Heb je een werkdag achter de rug met enkel kommer en kwel en dan treft dit je ook nog. Bah, koud avondeten uit een plastic bakje en het smaakt zelfs naar de verpakking.

Het voornemen om de hardlooptraining een keer over te slaan gaat in de prullenbak. Ik heb er geen zin in, maar het is altijd nog beter dan in je eentje te zitten kniezen en zappend televisie te kijken. De training begint met enkele rondjes inlopen op de atletiekbaan. Ik sjok wat achteraan. De trainer komt naast me lopen en concludeert: “Jij zit niet lekker in je vel. Zware dag gehad?” Mijn antwoord is onverbloemd: “Zwaar waardeloze dag gehad en die misère spookt me steeds door het hoofd!”. Bij de uitleg over de inhoud van de kern van de training roept hij me apart. “Jij loopt vandaag samen op met Willem.” Ik schrik. “Met Willem, die gaat me veel te snel!” protesteer ik. Willem komt aangelopen en zonder reactie op mijn tegenwerping legt de trainer uit: “Baan 1 is voor jou Gerben en baan 3 voor Willem. Jullie lopen 200 meter op tempo en gaan gelijk op, daarna 200 meter wandelen en dribbelen en dat 15 keer! Willem bepaalt het tempo. Succes!”.

Om Willem bij te houden moet ik harken. Hij wandelt gemoedereerd verder na het tempootje en ik hijg als een opgejaagd hert. Hij niet en vertelt enthousiast over een buurman die een hond gekocht heeft, maar in elke sloot duikt die hij tegenkomt. Voor het tempootje begint kan ik hem nog net vragen wat voor soort hond het is. “Een zeehond!” lacht hij en schiet weg. Tijd om te lachen is er niet, want Willem ligt al vijf meter voor. De hele training verloopt in een zelfde structuur. De longen uit het lijf rennen en Willem die moppen en anekdotes vertelt. Na vijftien keer ben ik totaal munt. We lopen samen uit en na afloop vraagt de trainer me met pretoogjes en een brede lach op zijn gezicht: “Opgeknapt?”. Nu pas heb ik hem door, bevestig zijn vraag en bedank hem. Fijn als je coach, naast trainer, ook nog iemand met psychologisch inzicht blijkt te zijn. In ben mijn frustraties kwijt, koop bij de snackbar een patatje oorlog en met een biertje in mijn hand acht ik me straks zelfs in staat om de onvermijdelijke meidenverhalen van Lieke aan te horen.

Gerben de Harder

Nieuws Overzicht