Column: Loopband

Lees nu: de nieuwe column van Gerben de Harder

Lieke, mijn vriendin, roept me. Ze ligt boven in bed en is nog herstellende van corona. Ik breng haar een kopje thee en de post. Merendeel beterschap en sterkte kaarten. De koorts is weg, maar ze heeft nog overal pijn en is heel gauw moe. Ik doe het gordijn iets open, help haar overeind en vraag of ze nog iets nodig heeft. Nee, het is goed zo. Ze nipt van de thee en neemt de post door. Ik ga terug naar de zolder, die ik heb ingericht als mijn kantoor. Thuis werken is nu het motto van mijn werkgever en dat komt, ook al is het om een vervelende reden, goed uit. Lieke kan ik niet te lang alleen laten, want ze heeft bij elke stap naast het bed mijn hulp nog nodig. Dat het jonge mensen ook hard kan raken is ons maar al te duidelijk geworden. Al met al is het leven door de corona erg saai geworden. Mijn activiteit buiten de deur blijft beperkt tot boodschappen doen. De muren komen zo nu en dan op me af en ik heb de neiging om mijn frustratie van me af te schreeuwen. Beter van niet. Lieke voelt zich nu, onterecht overigens, al schuldig genoeg voor het feit dat ze zo afhankelijk van me is. Een uitbarsting moet ik voorkomen en dat lukte me altijd prima door te gaan hardlopen. Dat kan nu niet, maar opeens krijg ik een ingeving. Wel een die haaks staat op een van mijn principes, maar beter van mijn geloof afwijken dan Lieke frustreren. Ik bel mijn broer Hans en vraag of ik zijn loopband mag lenen. Hij snapt de situatie en stemt toe. De volgende morgen wordt er aangebeld en staat zijn professioneel exemplaar en een mooie bos bloemen voor Lieke op de stoep. Toeterend rijdt hij weg en zwaait naar me met zijn hand uit het autoraam. “Wereldgozer!” zeg ik als ik de spullen binnen zet. Nog geen half uur later sta ik op de loopbanden programmeer een snelheid oplopend tot maximaal 12 km per uur. Het valt me zwaar tegen, moet een constant tempo lopen, zweet als een otter en kan nauwelijks adem halen. Ik stop er mee en vertel Lieke mijn ervaring en teleurstelling. “Zet dan ding dan buiten onder de overkapping. Maak een stapel van het lounge set en je hebt ruimte en lucht genoeg.” Even later ren ik onder de overkapping, er waait een flinke wind en het regent. Het buiten lopen is een wereld van verschil. Ik voer het tempo op en leef me helemaal uit. Na een half uur ben ik rijp voor de sloop, maar het voelt geweldig fijn. Ik zie dat het slaapkamergordijn open is gegaan. Tot mijn verbazing staat Lieke, gehuld in badjas,naar me tekijken. Ze lacht, steekt haar duim op gevolgd door een handkus. Een traan schiet in mijn ogen. Is het de wind, de regen, de inspanning of is het om mijn, ondanks haar ziek zijn, zo mee levende lieve schat? Het is om Lieke en ik stuur haar liefdevol een handkus terug.

Gerben de Harder

Nieuws Overzicht